blije klanten
Belangrijkste Lean termen: van A t/m Z
Ben je nieuw met Lean? Of heb je je er wel al in verdiept, maar misschien nog geen training gevolgd? Dan kan het Lean vakjargon in het begin nogal overweldigend zijn. Hoe fijn is het dan om ter ondersteuning een overzicht te hebben, waarin de meest voorkomende lean termen naar voren komen? Dat is dan ook precies hetgeen wat we in deze blog gaan doen. In een alfabetisch overzicht kom jij de belangrijkste Lean termen tegen, van A tot en met Z!
Lean termen: A t/m F
5S – Voor een efficiëntere werkplekorganisatie. Hierbij worden er 5 stappen gevolgd:
Seiri (Scheiden) – Kijk naar wat je wel en niet nodig hebt voor het uitvoeren van het proces. Alles wat niet nodig is, kun je verwijderen of verplaatsen.
Seiton (Schikken) – Geef alles een logische plek en rangschik deze in een logische volgorde die met elkaar is afgesproken.
Seiso (Schoonmaken) – Zorg dat de werkplek en machines vrij zijn van bronnen van vervuiling en verstoringen.
Seiketsu (Standaardiseren) – Houdt de werkplek geordend door regels, voorschriften en afspraken te maken hierover.
Shitsuke (Standhouden) – Zorg ervoor dat de voorgaande vier stappen de manier van werken wordt.
5x Why – Deze techniek helpt je om tot de grondoorzaak van een probleem te komen door de ‘waarom?-vraag’ herhaaldelijk te stellen.
A3 – Dit rapport laat je op een gestructureerde wijde de voortgang van het project vastleggen en monitoren. A3 is bedacht door Toyota, en heeft zijn naam te danken aan het formaat papier waarop het rapport wordt vastgelegd.
First Time Right – Bij deze filosofie wordt ernaar gestreefd om geleverde producten of diensten in één keer te laten voldoen aan de wensen en verwachtingen van de klant.
Flow – Continue doorstroming van de producten of diensten in een proces. Deze term zorgt ervoor dat verspillingen geëlimineerd worden doordat (tussen)voorraden, wachttijd en onnodig transport teruggedrongen worden.
Lean termen: G t/m L
Gemba – Japans voor “daar waar het gebeurt”. In de Lean filosofie wordt hier vaak de werkvloer mee bedoeld. De “Gemba Walk” is gemaakt om een duidelijk beeld te schetsen van de huidige situatie. Zo ontstaat er beter begrip van de uitvoering van werkprocessen en alle uitdagingen die hierbij komen kijken.
Just in Time – Deze term street naar het precies leveren van producten of diensten op momenten dat de klant het wil.
Kaizen – Japans voor continu verbeteren. Wanneer deze tool toegepast wordt, bedragen de dagelijkse bezigheden: Het identificeren van verbetermogelijkheden en deze (wanneer mogelijk) doorvoeren. Deze term streeft ernaar om deze cultuur te integreren in een organisatie.
KANO-model – Deze term draagt bij aan de bedenker, Noriako Kano, en heeft dus niet met de boot te maken. Dit model kan je helpen om verwachtingen, prioriteiten en expliciete behoeften van de klanten in kaart te brengen en te prioriteren. De mate van tevredenheid wordt hierbij afgezet tegen de mate waarin een behoefte wordt vervuld.
Lean – Staat voor een ‘slanke organisatie’ die ontdaan is van verspillingen (onnodige processen en activiteiten. Het is een filosofie waarin er gestreefd wordt naar efficiëntere bedrijfsprocessen.
Lean termen: M t/m R
Makigami – Ook wel ‘Brown Paper’ sessie genoemd en Japans voor ‘rol papier’. Deze term wordt bijvoorbeeld toegepast bij administratieve processen. Het zijn dus processen waarbij er geen fysiek of zichtbaar product is.
Muda – Een Japans begrip voor verspilling. De tool wordt, in relatie tot Lean, gebruikt als een niet-waardetoevoegende activiteit. Muda wordt vaak gezamenlijk gebruikt met Muri en Mura (3M) als indicaite voor ongewenste eigenschappen van een proces.
Muri – Een Japans begrip voor overbelasting. Dit is ook een onderdeel van 3M, welke vaak gebruikt worden om ongewenste eigenschappen van een proces aan te geven. Bij Muri kun je denken aan de overbelasting van mensen en machines, ze kunnen het werk niet aan.
Mura – Een Japans begrip voor scheve verdeling. Het laatste onderdeel van 3M, welke vaak gezamenlijk gebruikt worden als aanduiding voor ongewenste eigenschappen van een proces. Denk bij Mura aan de onevenredige verdeling van werkdruk bij mensen of machines.
Poka Yoke – Ook wel “mistake proofing” genoemd. Deze techniek wordt toegepast om de invloed te beperken van het menselijk falen door naar manieren te zoeken die fouten voorkomt voordat het defecten worden.
Pull – Alleen doen wat nodig is, wanneer het nodig is. Deze zin past erg bij deze Lean term. Zo worden onnodige (tussen)voorraden beperkt en worden verspillingen geëlimineerd. Deze term gaat vaak samen met het Kanban-principe.
Lean termen: S t/m Z
SIPOC – Staat voor: Supplier, Input, Process, Output, Customer. Het is een tool die gebruikt wordt om een proces met relevante stakeholders in hoofdlijnen in kaart te brengen.
Takttijd – De benodigde tijd en het tempo dat nodig is op het (productie)proces aan de klantvraag te laten voldoen. Wanneer de takttijd niet gehaald wordt, ontstaan er (werk)voorraden en neemt de wachttijd van de klant toe.
TIMWOODS – Een acroniem voor de 8 verspillingen binnen een proces: Transport, Inventory, Motion, Waiting, Overproduction, Overprocessing, Defects, Skills.
TPS – Dit is de afkorting voor het Toyota Production System, het sociaal-technisch productiesysteem dat is ontwikkeld door Toyota en waar Lean is ontstaan.
Verbeterbord – Dit is een visueel hulpmiddel op de werkvloer en wordt gebruikt om verbeterideeën van medewerkers te onderhouden.
Verspilling – Onderdelen of activiteiten die geen waarde toevoegen voor klant of organisatie worden gezien als verspillingen en dienen geëlimineerd te worden.
Waardestroomanalyse – Deze visuele techniek brengt het proces op een gedetailleerde manier in kaart. Dit zorgt ervoor dat men kan kijken naar welke stappen in het proces bijdragen aan het creëren van klantwaarde.
Nieuwsgierig?
Ben je na het lezen van deze blog nieuwsgierig geworden en wil je meer te weten komen over al deze Lean termen? Volg dat een (digitale) Green Belt training!